Tekenen
Tekenen bevordert de sociaal-emotionele ontwikkeling. Naarmate kinderen groter worden, geven hun tekeningen een steeds betere afspiegeling van de werkelijkheid weer. De ontwikkeling gaat stapsgewijs en is voor elke kind, waar ook ter wereld, hetzelfde.
De zogeheten "kopvoeter" is de eerste tekening waarbij zichtbaar is wat er wordt uitgebeeld. Op driejarige leeftijd ontstaan ze meestal voor het eerst. Een ronde of vierkante vorm stelt het hoofd voor en daarin worden de ogen en de mond getekend. Onder het hoofd worden strepen gezet die de benen voorstellen. Voor kleine kinderen bestaan volwassenen ook alleen maar uit een hoofd met benen. Op hun ooghoogte zien ze de benen en wanneer de volwassene zich naar de kleuter buigt, zien ze het gezicht.
In de volgende fase begint bijna elk kind onderaan het blad de grond te tekenen en bovenaan de lucht. Daartussenin kan hij vervolgens diverse figuren tekenen: een mens, een huis, een vogel, een bloem, een dier. Als hij een jaar of zes is, kan een kind een verhaal vertolken in een tekening.
Tekenen is een hulpmiddel om gevoelens uit te drukken die kinderen nog niet onder woorden kunnen brengen. Kinderen vertellen al tekenend hun eigen verhaal. Het is ook een vorm van braintraining voor ze, er zijn steeds puzzeltjes die opgelost moeten worden: hoe ziet het er in gedachte uit en hoe zet ik het op papier?
Het is daarbij een belangrijk hulpmiddel om de motoriek van het kind te verfijnen. En natuurlijk stimuleert tekenen en werken met verschillende materialen de creativiteit van de kinderen.
Kinderen houden van tekenen, daarom doen ze het vaak. Wat ze tekenen kiezen ze vaak zelf. Dat heet vrij tekenen. Daar is niets op tegen en het is ook heel erg leuk.
Voor creativiteit geldt echter dat beperkingen behulpzaam kunnen zijn. Als je geen inspiratie hebt en je legt jezelf beperkingen op, dan breng je eigenlijk structuur aan waardoor je creativiteit weer op gang komt.
Kinderen zijn daarin niet anders. Als je de keuze van het materiaal en/of van het onderwerp niet helemaal vrij laat, zijn ze genoodzaakt de beeldende problemen die ze in hun proces tegenkomen, op te lossen.
Als leerkracht ben je altijd op zoek naar mogelijkheden om een kind verder te helpen, naar werkvormen die aanslaan en eenvoudig in te passen zijn binnen je lessen. En als je al wat langer in het onderwijs werkt wil je misschien wel eens iets anders aanbieden, iets waardoor je zelf weer geboeid raakt. Ik bied verschillende technieken en lessen aan. Enkele van de lessen kunnen de leerkrachten daarna zelf toepassen. (Deze zijn breed toepasbaar) En je tekenlessen krijgen er een heel andere dimensie bij.
De zogeheten "kopvoeter" is de eerste tekening waarbij zichtbaar is wat er wordt uitgebeeld. Op driejarige leeftijd ontstaan ze meestal voor het eerst. Een ronde of vierkante vorm stelt het hoofd voor en daarin worden de ogen en de mond getekend. Onder het hoofd worden strepen gezet die de benen voorstellen. Voor kleine kinderen bestaan volwassenen ook alleen maar uit een hoofd met benen. Op hun ooghoogte zien ze de benen en wanneer de volwassene zich naar de kleuter buigt, zien ze het gezicht.
In de volgende fase begint bijna elk kind onderaan het blad de grond te tekenen en bovenaan de lucht. Daartussenin kan hij vervolgens diverse figuren tekenen: een mens, een huis, een vogel, een bloem, een dier. Als hij een jaar of zes is, kan een kind een verhaal vertolken in een tekening.
Tekenen is een hulpmiddel om gevoelens uit te drukken die kinderen nog niet onder woorden kunnen brengen. Kinderen vertellen al tekenend hun eigen verhaal. Het is ook een vorm van braintraining voor ze, er zijn steeds puzzeltjes die opgelost moeten worden: hoe ziet het er in gedachte uit en hoe zet ik het op papier?
Het is daarbij een belangrijk hulpmiddel om de motoriek van het kind te verfijnen. En natuurlijk stimuleert tekenen en werken met verschillende materialen de creativiteit van de kinderen.
Kinderen houden van tekenen, daarom doen ze het vaak. Wat ze tekenen kiezen ze vaak zelf. Dat heet vrij tekenen. Daar is niets op tegen en het is ook heel erg leuk.
Voor creativiteit geldt echter dat beperkingen behulpzaam kunnen zijn. Als je geen inspiratie hebt en je legt jezelf beperkingen op, dan breng je eigenlijk structuur aan waardoor je creativiteit weer op gang komt.
Kinderen zijn daarin niet anders. Als je de keuze van het materiaal en/of van het onderwerp niet helemaal vrij laat, zijn ze genoodzaakt de beeldende problemen die ze in hun proces tegenkomen, op te lossen.
Als leerkracht ben je altijd op zoek naar mogelijkheden om een kind verder te helpen, naar werkvormen die aanslaan en eenvoudig in te passen zijn binnen je lessen. En als je al wat langer in het onderwijs werkt wil je misschien wel eens iets anders aanbieden, iets waardoor je zelf weer geboeid raakt. Ik bied verschillende technieken en lessen aan. Enkele van de lessen kunnen de leerkrachten daarna zelf toepassen. (Deze zijn breed toepasbaar) En je tekenlessen krijgen er een heel andere dimensie bij.